Telewerk en arbeidsongevallen
Onze diensten krijgen regelmatig vragen over telewerk. Deze manier van werken zit de laatste tijd in de lift en zou een beter evenwicht tussen het privé- en het beroepsleven moeten garanderen. Eén ding is zeker: ze vermijdt stresserende verplaatsingen. Maar als de kwestie van de arbeidsongevallen aangesneden wordt, blijkt telewerk toch enige onrust op te wekken.
Een telewerker sluit de kabels van zijn computer aan, struikelt, valt en breekt zijn pols. Dat is allemaal in zijn salon gebeurd.
Is hij het slachtoffer van een arbeidsongeval? Of van een ongeval in het privéleven?
De arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 stipuleert dat elk ongeval dat een werknemer tijdens en door het feit van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst overkomt en dat een letsel veroorzaakt, een arbeidsongeval is. De wet voegt daar nog aan toe dat het ongeval overkomen tijdens de uitvoering van de overeenkomst, behoudens tegenbewijs, geacht wordt als zijnde overkomen door het feit van deze uitvoering.
Men moet dus nagaan of de feiten die aan de oorsprong van de polsbreuk liggen zich tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voorgedaan hebben.
Welnu, aangezien de telewerker zijn activiteiten in zijn privéwoning uitvoert, kan hij moeilijk bewijzen dat hij het slachtoffer van een arbeidsongeval geweest is. Bij hem thuis staat hij niet onder de ‘controle’ van zijn werkgever.
Op zich levert telewerk geen probleem qua dekking op: de telewerker is wel degelijk gedekt door de AO-verzekering van zijn werkgever. Het probleem situeert zich veeleer in de bewijsvoering, vermits hij moet aantonen dat het ongeval tijdens de uitvoering van de overeenkomst tijdens telewerk plaatsvond.
Om de telewerker beter te beschermen, heeft de wetgever in 2009 een vermoeden van uitvoering van de arbeidsovereenkomst in de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 ingelast (privésector).
Zo wordt een ongeval veronderstelt overkomen te zijn tijdens de uitvoering van de overeenkomst, indien het ongeval gebeurt:
1° op de plaats die in de arbeidsovereenkomst aangeduid wordt als de plaats waar de telewerker zijn werk verricht en
2° tijdens de periode die in de arbeidsovereenkomst aangeduid wordt als de periode waarin de telewerker werkt.
Een ongeval op de plaats en tijdens de uren vermeld in zijn overeenkomst voor telewerk, zal geacht worden als overkomen door het feit van de uitvoering van die overeenkomst.
Artikel 7 van de wet van 10 april 1971
Artikel 7 van de wet van 10 april 1971 op de arbeidsongevallen bepaalt: “het ongeval overkomen tijdens de uitvoering van de overeenkomst wordt, behoudens tegenbewijs, geacht te zijn overkomen door het feit van de uitvoering van die overeenkomst:
1° wanneer het ongeval gebeurt op de plaats of de plaatsen die deze laatste schriftelijk heeft gekozen als de plaats om zijn werk te verrichten;
2° wanneer het ongeval gebeurt tijdens de periode van de dag die schriftelijk voorzien werd als de periode waarin arbeid kan verricht worden.
Bij ontstentenis van dergelijke vermelding in de schriftelijke overeenkomst zal het vermoeden van toepassing zijn tijdens de werkuren die de telewerker zou moeten presteren indien hij in de lokalen van de werkgever zou tewerkgesteld zijn.
Hoewel artikel 2 van de wet van 3 juli 1967 tot reglementering van de arbeidsongevallen in de overheidssector niet aangevuld werd met een gelijkaardige paragraaf, staat het buiten kijf dat deze bepaling, naar analogie, ook van toepassing is voor de ambtenaren van de overheidssector die telewerk verrichten.
Er bestaat dus een vermoeden van uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor de telewerkers, mits een dubbele afbakening qua ruimte (verplicht) en qua tijd (facultatief).
De telewerker moet dus opgeven welke lokalen hij normaal gebruikt tijdens de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst.
Een ongeval dat zich buiten de overeengekomen plaatsen of uren voordoet, kan als een arbeidsongeval erkend worden, maar de bewijslast ligt in dat geval wel bij het slachtoffer.
Voor het woon-werkverkeer heeft de wetgever echter geen specifieke bepaling voorzien. Het begrip woon-werkverkeer zou hier enkel meespelen als de werknemer een andere plaats dan zijn woonplaats als plaats voor de uitvoering van het telewerk kiest. Men moet dan teruggrijpen naar de algemene regel die van toepassing is voor de ongevallen op de weg van en naar het werk. De verblijfplaats, die dus perfect een andere woning dan de domicilie van de werknemer kan zijn, moet aan alle gebruikelijke criteria voldoen (een zekere permanentie en regelmaat).
De regels inzake de veiligheid en gezondheid zijn eveneens van toepassing op de telewerkers.
De werkgever informeert de telewerkers over het ondernemingsbeleid inzake welzijn op het werk.
De interne preventiediensten kunnen de plaats van het telewerk inspecteren, mits een voorafgaande kennisgeving en met het akkoord van de telewerker, indien het om de woonplaats gaat.
De preventieadviseur verifieert dan de toepassing van de regels betreffende de veiligheid en gezondheid.
De telewerkers kunnen op hun beurt een inspectiebezoek aanvragen.
Tot slot willen we toch nog even aanstippen dat telewerkers geen tweederangswerknemers zijn. Ze hebben dezelfde rechten op opleiding en carrièremogelijkheden en genieten dezelfde collectieve rechten als de werknemers die in de lokalen van de werkgever tewerkgesteld zijn.
Nuttige link
FOD, werkgelegenheid, Arbeid en sociaal overleg.
Klik hier
Brochure
Overleggids Déparis: Telewerk - Reeks SOBANE-strategie: beheer van de beroepsgebonden risico’s
Datum : 10/2015