Veiligheid van speelterreinen: 6 stappen om veilig een speelterrein uit te baten.

1. Risicoanalyses uitvoeren bij ingebruikname van het speelterrein en bij significante wijziging van de toestand ervan.

We starten met een risicoanalyse om de gevaren in kaart te brengen (zie bijlage bij Koninklijk besluit van 28 maart 2001 betreffende de uitbating van speelterreinen). Daarna wordt voor elk detail van het speelterrein nagegaan of de aanwezige risico's aanvaardbaar zijn of niet.

 

Als een toestel gebouwd is volgens de relevante Europese veiligheidsnorm, veronderstelt de wetgever dat dit toestel het vereiste veiligheidsniveau behaalt. Toestellen waarvan de fabrikant of een onafhankelijke instelling kan verklaren dat ze voldoen aan de Europese norm, hoeven geen risicoanalyse meer te ondergaan.

 

In het kader van de veiligheid van speelterreinen zijn er meerdere relevante Europese normen:

  • EN 1176: speeltoestellen;
  • EN 1177: schokdempende bodemoppervlakken;
  • EN 1069: waterglijbanen;
  • EN 14974: skatetoestellen;
  • EN 14960: opblaasbare toestellen (luchtkastelen e.d.);
  • ...

2. Preventiemaatregelen nemen waar nodig.

Bij de keuze voor maatregelen moet men zich realiseren dat gebruikers tijdrovende en omslachtige procedures na verloop van tijd zullen omzeilen. De veiligste manier om met het toestel om te gaan, moet dus ook de gemakkelijkste en de meest voor de hand liggende zijn.

3. De nodige opschriften voorzien.

Het adres van de uitbater, een identificatie per speeltoestel, alsook eventuele gebruiksaanwijzingen  moeten duidelijk op de speeltoestellen geplaatst worden (bv. via pictogrammen).

 

Het vermelden van de waarschuwingen “Gebruik op eigen risico”, “Het bestuur is niet verantwoordelijk voor gebeurlijke ongevallen” of soortgelijke boodschappen, is verboden!

4. Nazicht, onderhoud en controle uitvoeren zodat het bereikte veiligheidsniveau gegarandeerd blijft.

Het doel van het regelmatig controleren is om gevaren te detecteren die voortvloeien uit beschadigen door o.a. intensief gebruik, vandalisme, weersomstandigheden, en dergelijke. De frequenties van de controles hangen dus af van hoe intensief de speeltoestellen gebruikt worden.

 

Door systematisch onderhoud blijft de goede werking en de stabiliteit van de toestellen gegarandeerd en blijft het speelterrein in een goede staat. Systematische onderhoudsbeurten zijn daarnaast een gelegenheid om een gedetailleerde controle uit te voeren.

 

De periodieke controle vindt minstens één maal per jaar plaats.

 

5. Documentatie bijhouden die aantoont op welke manier risicoanalyse, preventiemaatregelen, nazicht, onderhoud en controle zijn gebeurd.

 

6. Ernstige incidenten of ongevallen melden aan de overheid (meldingsplicht).

Ernstige incidenten en ongevallen moeten onmiddellijk gemeld worden bij het Centraal Meldpunt . Gebruik hiervoor het meldingsformulier van de FOD Economie.

Op het beveiligde Extranet kan u verschillende documenten raadplegen gerelateerd aan ongevallen op speelterreinen (fiches van risicoanalyses, Recreasafe,…).

 

Bronnen

Koninklijk besluit van 28 maart 2001 betreffende de uitbating van speelterreinen (B.S., 9 mei 2001)

FOD Economie, Veiligheid van speelterreinen - Een praktische leidraad voor uitbaters, 3e uitgave

 

 

 

Oktober 2017